Verkorte delict analyse: interview met Britt Grommers

Er zijn meerdere routes waarlangs iemand bij Forint in behandeling komt. Veelal via doorverwijzing, soms uit zichzelf. Doorverwijzen gebeurt door huisartsen en justitie. In alle gevallen volgt een uitgebreide intake. Deze bestaat uit het uitvragen van de klachten, vragen naar de reden waarom ze binnen de forensische zorg komen, waarbij ook een eventueel delict besproken wordt. Britt Grommers houdt zich o.a. bezig met delictanalyse. Sinds kort werkt zij ook met een verkorte delictanalyse. Over wanneer deze wordt ingezet en wat de voordelen en/of nadelen zijn, vertelt ze graag.

Er zijn meerdere routes waarlangs iemand bij Forint in behandeling komt. Veelal via doorverwijzing, soms uit zichzelf. Doorverwijzen gebeurt door huisartsen en justitie. In alle gevallen volgt een uitgebreide intake. Deze bestaat uit het uitvragen van de klachten, vragen naar de reden waarom ze binnen de forensische zorg komen, waarbij ook een eventueel delict besproken wordt. Britt Grommers houdt zich o.a. bezig met delictanalyse. Sinds kort werkt zij ook met een verkorte delictanalyse. Over wanneer deze wordt ingezet en wat de voordelen en/of nadelen zijn, vertelt ze graag.

Britt: “Bij een intake proberen we een holistisch beeld te creëren van de patiënt. Er wordt gekeken naar een eventueel bestaand dossier, huidige klachten, huidige leef/woonsituatie, werk, financiën, biografische gegevens. En uiteraard wordt gekeken naar een eventueel al gepleegd delict of delicten.”

Deze uitgebreide diagnostiek is belangrijk om de behandeling goed af te kunnen stemmen. Eén van de onderdelen van deze intakefase is dus ook de delictanalyse. Britt: “Wat is er gebeurd, hoe heeft het zover kunnen komen, welke gedachten en gevoelens speelden tijdens het delict en welke gevolgen heeft het plegen van het delict gehad. Deze analyse vindt in de meest ideale omstandigheden plaats nadat wij het proces verbaal krijgen of mogen inzien. Dat is helaas niet altijd meer zo door alle privacywetgeving. Begrijpelijk, maar het maakt ons werk soms wel ingewikkeld. Als je een client hebt die niet helemaal eerlijk is over het delict, dan is het lastig om vast te stellen welke factoren geleid hebben tot het delictgedrag. Het is een valse start. Soms is er sprake van ontkenning of worden feiten anders weergegeven. Terwijl eerlijkheid zo belangrijk is.” Zo’n delictanalyse kan de patiënt namelijk ook weer inzicht geven in zijn eigen gedrag. Dat is niet het doel, maar wel een mooi gevolg. Te snappen van: zo werkt dat bij mij, zo is het ontstaan.

Snelle start
Het liefste start je zo snel mogelijk met behandelen. Zo’n delictanalyse neemt vaak veel tijd, zeker als niet alle informatie direct voorhanden is. Britt: “Om zo snel mogelijk inzicht te krijgen in de delictfactoren, is er vanuit het KFZ een verkorte delictanalyse ontwikkeld. Een handig instrument. Het is namelijk ook niet altijd nodig om een uitgebreide analyse te doen.” Dat is nu binnen alle instellingen geïmplementeerd. Onderliggend idee is: als het delict niet al te ernstig is en het recidive risico is laag, is een verkorte delictanalyse voldoende. De uitgebreide versie duurt 9 tot 12 sessies. De verkorte is in 3 tot 4 sessies klaar.

Britt: “Aan de basis van het kiezen tussen een verkorte of uitgebreide delictanalyse, ligt het RNR principe: Risk Needs Responsivity. Tijdens ons MDO bepalen wij welke vorm wordt ingezet. Als het risico op recidive niet zo heel groot is, dan is het niet nodig om heel veel munitie in te zetten als het ware. Dan kun je dus ook een verkorte analyse doen. Dan heb je sneller in beeld wat de risicofactoren zijn en hoe je deze risicofactoren wilt behandelen en/of verminderen. Bijvoorbeeld uit de intake en de verkorte delict analyse kan naar voren komen dat er sprake is van onderliggend trauma. Dat kan je dan ook sneller behandelen.” Het is dynamisch, voorlopig en korter. Second best, maar goed voor de snelle voortgang.

Som gebeurt het dat de behandeling stagneert. Britt: “Dan kunnen we de delictanalyse opnieuw doen door opnieuw naar de delicttheorie te kijken. Wij hebben hier ook wel patiënten die nog maar kort toezicht hebben en die niet altijd in zorg willen blijven na het toezicht. Juist ook voor deze groep is het handig dat je sneller en gerichter kunt behandelen.”

Ondanks de landelijke implementatie, is het inzetten van de VDA nog onwennig. Britt: “Het is voor behandelaren nieuw; het inzicht dat je dus misschien niet alles in detail hoeft te weten om een (voorlopige) delict theorie op te kunnen stellen. Daarom is er soms nog overredingskracht nodig om iedereen het nut te laten inzien. De komende tijd wordt er daarom veel aandacht besteed in de MDO’s aan deze nieuwe manier van werken en wordt de implementatie regelmatig geëvalueerd. Ook nemen we deel aan het landelijke implementatienetwerk, om ervaringen tussen instellingen te delen.

Beslisboom
Om de keuze te vergemakkelijken is er een beslisboom. Naar aanleiding van de delict analyse wordt een delicttheorie opgesteld. Daaruit volgen de risicofactoren. Het is aan de psycholoog om te bepalen welke behandeling daarop volgt. Aan de hand van de holistische theorie en je een functie- en betekenis analyse bepaal je waar je nu het eerst je behandeling op gaat richten en op welke risicofactoren je risicomanagement gaat inzetten. Dat verschilt bij iedereen.

Britt: “Het is mooi om met elkaar te kijken naar hoe de start van een traject versoepeld en waar mogelijk versneld kan worden. Sneller te bepalen wat nodig is voor de individuele patiënt, zodat we hem of haar nog beter kunnen behandelen. Mooi om deze shift te maken! We zijn in ontwikkeling!”